12 april 2012
Kan een commissaris ingaan op volgend verzoek gezien de agendapunten niet tot zijn bevoegdheid behoren?
Een minderheidsaandeelhouder (30 %) heeft de raad van bestuur en de commissaris verzocht om een algemene vergadering samen te roepen overeenkomstig artikel 532 van het Wetboek van vennootschappen / artikel 7:126 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. De aandeelhouders zijn in een geschil verwikkeld en zijn nu elkaars concurrenten.
De agenda die werd meegedeeld omvat:
- omzet en resultaten tot en met 31-12-2011;
- hoogte offertebestand;
- omvang en details orderportefeuille;
- acquisities op de Belgische markt;
- maatregelen bij teruglopende omzet;
- relaties CSB met GSK; en
- communicatie betreffende de Belgische markt
Er wordt een situatie geschets van een nv waarbij een minderheidsaandeelhouder die 30 % van de aandelen bezit, de raad van bestuur en de commissaris heeft verzocht een algemene vergadering samen te roepen overeenkomstig artikel 532 van het Wetboek van vennootschappen / artikel 7:126 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
Deze minderheidsaandeelhouder heeft bij zijn verzoek een agenda meegedeeld met een zevental punten (i.e. omzet en resultaten tot en met 31 december 2011, hoogte offertebestand, omvang en details orderportefeuille, acquisities op de Belgische markt, maatregelen bij teruglopende omzet, relaties CSB met GSK en communicatie betreffende de Belgische markt).
De commissaris meent te begrijpen dat de meegedeelde agendapunten punten niet behoren tot de bevoegdheid van de algemene vergadering en dat hij aldus niet kan ingaan op dit verzoek.
Het ICCI is van mening dat in deze situatie twee afzonderlijke vragen dienen te worden beantwoord namelijk: (i) de verplichte bijeenroeping van de algemene vergadering door de commissaris en (ii) de houding in te nemen door de commissaris met betrekking tot de agendapunten gevraagd door de minderheidsaandeelhouder.
Het antwoord op de eerste vraag laat weinig ruimte voor interpretatie. Volgens artikel 532 van het Wetboek van vennootschappen / artikel 7:126 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen moet de commissaris de algemene vergadering bijeenroepen aangezien een aandeelhouder die 30 % bezit van de aandelen erom verzoekt.
Indien de commissaris deze bijeenroeping niet doet binnen de drie weken na het verzoek, stelt hij zich bloot aan de strafrechtelijke sancties bepaald in artikel 647, 1° van het Wetboek van vennootschappen. Deze strafrechtelijke sanctie werd geschrapt in het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
Aangezien het verzoek van de aandeelhouder eveneens gericht is aan de raad van bestuur raadt het ICCI evenwel aan eerst en onmiddellijk de raad van bestuur: (i) te verzoeken dringend (bv. binnen de week) gevolg te geven aan het verzoek en (ii) in te lichten dat de commissaris zelf de algemene vergadering zal bijeenroepen indien de raad van bestuur geen gepaste actie neemt binnen de door hem gestelde termijn.
Wat betreft de tweede vraag meent het ICCI dat het niet tot de bevoegdheid behoort van de commissaris om te oordelen over voorgestelde agendapunten. Het ICCI stelt dan ook voor dat hij deze vraag in elk geval doorspeelt aan de raad van bestuur en dat hij, ingeval hijzelf zou overgaan tot de bijeenroeping van de algemene vergadering, de gevraagde agenda integraal overmaakt aan de aandeelhouders met de vermelding dat: (i) hij geen uitspraak doet over de gepastheid van de agendapunten en (ii) de algemene vergadering zal moeten beslissen welke agendapunten kunnen worden behandeld.