17 januari 2008
Op grond van artikel 37, § 3 van het koninklijk besluit van 30 april 2007 betreffende de toegang tot het beroep van bedrijfsrevisor en tot opheffing van het koninklijk besluit van 13 oktober 1987 betreffende de stage van de kandidaat-bedrijfsrevisoren (Belgisch Staatsblad 30 mei 2007), dat artikel 14 van Richtlijn 2006/43/EG van 17 mei 2006 omzet, kan een Nederlandse registeraccountant de functie van commissaris in een Belgische vennootschap uitoefenen, op voorwaarde dat hij erkend is als bedrijfsrevisor na een door de Raad van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren georganiseerd examen te hebben afgelegd waarin hij blijk dient te geven van de in België van kracht zijnde wetten en reglementeringen, voor zover deze voor de wettelijke controles van jaarrekeningen in België relevant zijn. Voormeld koninklijk besluit van 30 april 2007 trad op 31 augustus 2007 in werking.
Wat het oprichten van een bedrijfsrevisorenkantoor in België betreft, bepaalt artikel 6, § 1 van de gecoördineerde wet van 22 juli 1953 houdende oprichting van een Instituut van de Bedrijfsrevisoren en organisatie van het publiek toezicht op de bedrijfsrevisor dat “de hoedanigheid van bedrijfsrevisor wordt door de Raad toegekend aan iedere rechtspersoon of een andere entiteit met om het even welke rechtsvorm, met zetel in een Lidstaat van de Europese Unie, die de volgende voorwaarden vervult:
Voor de volledigheid dient te worden opgemerkt dat “accountantsvennootschappen, in de Belgische betekenis van het woord, hun erkenning moeten aanvragen bij het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten”.