Welke vorm moet de communicatie met de cliënt zoals voorzien in ISA 260 aannemen? (new)

Gepubliceerd op 26 april 2018

ISA's en ISRE's > vragen met betrekking tot de te volgen stappen van de controle

Antwoord:

ISA 260 is in de eerste plaats gericht op mededelingen van de auditor aan de met governance belaste personen. Teneinde te bepalen wie dat zijn, dient de commissaris paragrafen 11 tot 13 van de standaard aandachtig te lezen (zie ook de vraag over dit onderwerp).

De auditor dient significante bevindingen uit de controle schriftelijk aan de met governance belaste personen mee te delen indien, op grond van de professionele oordeelsvorming van de auditor, mondeling communiceren niet adequaat zou zijn (ISA 260, par. 19).

Wanneer aangelegenheden die overeenkomstig de standaard dienen te worden meegedeeld, mondeling worden meegedeeld, dient de auditor deze in de controledocumentatie op te nemen, alsmede het tijdstip waarop en de namen van de personen aan wie ze zijn meegedeeld (ISA 260, par. 23).

ISA 260 (par. 21) vermeldt de timing voor communicatie die afhankelijk zal zijn van de omstandigheden zoals uiteengezet in paragrafen A40 en A41. Samenvattend kan worden gesteld dat de communicatie in het algemeen plaatsvindt tijdens de interimfase en tijdens de afsluitende bijeenkomst, maar vóór de afronding van het verslag van de auditor. Deze timing vloeit voort uit de mee te delen aangelegenheden, namelijk in de eerste plaats de verantwoordelijkheden van de auditor met betrekking tot de controle van financiële overzichten, de geplande reikwijdte en timing van de controle en vervolgens de significante bevindingen uit de controle.

Indien het beursgenoteerde vennootschappen betreft, dient de commissaris een schriftelijke onafhankelijkheidsverklaring, alsook de desbetreffende informatie te verstrekken.

Bijgevoegd document is een checklist van aangelegenheden die overeenkomstig ISA 260 moeten worden meegedeeld.

Vorige pagina

______________________________

Disclaimer: De Stichting Informatiecentrum voor het Bedrijfsrevisoraat (ICCI) geeft op een autonome wijze, dus los van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR), antwoorden op vragen van bedrijfsrevisoren met betrekking tot revisorale opdrachten. Deze adviezen vertegenwoordigen dus niet noodzakelijk het standpunt van de Raad van het IBR. Het formeel standpunt van het IBR kan enkel via de officiële organen, met name de Raad of, in voorkomend geval, het Uitvoerend comité worden ingewonnen. Hoewel het ICCI met de grootste zorgvuldigheid de ontvangen vragen behandelt en hiervoor beroep doet op personen met de vereiste bekwaamheden, wordt ten aanzien van de antwoorden geen enkele waarborg geboden en draagt het geen enkele contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid voor de eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit feitelijke of juridische vergissingen die werden begaan in het kader van de verstrekte antwoorden en informatie. De FAQ’s betreffende de ISA’s, ISRE’s en ISQC 1 werden opgesteld in overleg met de werkgroep ISA & ISQC 1 en de Commissie Normen van het IBR.