Gepubliceerd op 15 oktober 2019
Antwoord:
Luidens het voorschrift van de artikelen 130 en 141 van het Wetboek van vennootschappen / Art. 3:58 en art. 3:72 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, moeten de naamloze vennootschappen, de besloten vennootschappen en de coöperatieve vennootschappen een commissaris benoemen.
De vennootschappen onder firma, commanditaire vennootschappen en de Europese economische samenwerkingsverbanden waarvan alle onbeperkt aansprakelijke vennoten natuurlijke personen zijn, zijn niet verplicht een commissaris te benoemen (art. 141, 1° W.Venn. / art. 3:72, 1° WVV). De verplichting tot aanstelling van een commissaris geldt in principe enkel voor grote vennootschappen in de zin van artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen (W. Venn.) , / art. 1:24 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV) d.w.z. vennootschappen die twee van de volgende criteria overschrijden: jaargemiddelde van het personeelsbestand: 50; jaaromzet, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde: 9.000.000 EUR; balanstotaal: 4.500.000 EUR.
De kleine genoteerde vennootschappen, de kleine vennootschappen die organisaties van openbaar belang zijn en de vennootschappen die deel uitmaken van een groep die moet consolideren (artikel 141, 2° W. Venn. / Art. 3:72, 2° WVV) zijn steeds verplicht een commissaris te benoemen.
______________________________
Disclaimer: De Stichting Informatiecentrum voor het Bedrijfsrevisoraat (ICCI) geeft op een autonome wijze, dus los van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR), antwoorden op vragen van bedrijfsrevisoren met betrekking tot revisorale opdrachten. Deze adviezen vertegenwoordigen dus niet noodzakelijk het standpunt van de Raad van het IBR. Het formeel standpunt van het IBR kan enkel via de officiële organen, met name de Raad of, in voorkomend geval, het Uitvoerend comité worden ingewonnen. Hoewel het ICCI met de grootste zorgvuldigheid de ontvangen vragen behandelt en hiervoor beroep doet op personen met de vereiste bekwaamheden, wordt ten aanzien van de antwoorden geen enkele waarborg geboden en draagt het geen enkele contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid voor de eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit feitelijke of juridische vergissingen die werden begaan in het kader van de verstrekte antwoorden en informatie. De FAQ’s betreffende de ISA’s, ISRE’s en ISQC 1 werden opgesteld in overleg met de werkgroep ISA & ISQC 1 en de Commissie Normen van het IBR.