Welke rol speelt de ondernemingsraad in het kader van de vervanging van de commissaris?

Gepubliceerd op 5 juli 2019

benoeming van de commissaris > benoemingsprocedure

Antwoord:

Het antwoord op deze vraag verschilt naargelang de vervanging betrekking heeft op de commissaris of op de vaste vertegenwoordiger van de commissaris.

Wordt een bedrijfsrevisorenkantoor als commissaris benoemd, dan moet deze krachtens artikel 132 van het Wetboek van vennootschappen / artikel 3:60 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen een vaste vertegenwoordiger benoemen belast met de uitvoering van de opdracht in naam en voor rekening van het kantoor. Wanneer deze vertegenwoordiger wordt vervangen, is het kantoor ertoe gehouden dit te melden aan de gecontroleerde entiteit, alsook aan de ondernemingsraad, indien van toepassing, maar er is geen goedkeuringsproces. Het is echter in het algemeen gebruikelijk om ook aan de ondernemingsraad een curriculum vitae (CV) van de nieuwe vertegenwoordiger te bezorgen.

Sommige belanghebbenden zouden willen dat de aanstelling van voormelde nieuwe vertegenwoordiger aan de ondernemingsraad ter goedkeuring wordt voorgelegd, maar er bestaat geen rechtsgrondslag voor dit verzoek. Het is hooguit denkbaar dat, ingeval er rationele redenen zouden bestaan voor de weigering door de ondernemingsraad van de aangestelde persoon, het bedrijfsrevisorenkantoor ermee instemt om de aanstelling te  heroverwegen.

Met betrekking tot de aanstelling van de nieuwe commissaris, wordt de  ondernemingsraad, krachtens artikel 156 van het Wetboek van vennootschappen / artikel 3:88 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, betrokken bij de benoemingsprocedure.

Artikel 156 van het Wetboek van vennootschappen / artikel 3:88 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen verduidelijkt dat het bestuursorgaan (de raad van bestuur of de zaakvoerder) aan de ondernemingsraad een bedrijfsrevisor (of bedrijfsrevisorenkantoor met één of meerdere vaste vertegenwoordigers) voorstelt om te worden benoemd als commissaris. De ondernemingsraad beraadslaagt over dit voorstel. De beslissing vereist een dubbele meerderheid, met name een meerderheid van de stemmen uitgebracht door de leden verkozen door de werknemers en een meerderheid van de stemmen uitgebracht door het geheel van de ondernemingsraad (bestaande uit vertegenwoordigers van de werknemers en van de werkgever).In het algemeen dienen ten minste de helft van de vertegenwoordigers van de werknemers en van de werkgever aanwezig te zijn.

Er dient nochtans te worden opgemerkt dat de praktische werkingsmodaliteiten van de ondernemingsraad, overeenkomstig artikel 22, § 2 van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven, worden vastgesteld in huishoudelijke reglementen op het niveau van de onderneming of door het paritair comité of op het niveau van de sector. Het is aan te raden te verifiëren of het bij de onderneming toepasselijke huishoudelijk reglement geen strengere regels bevat inzake het aanwezigheidsquorum.

In dergelijk geval is de loutere mededeling van een CV niet voldoende. Bovendien bepaalt artikel 160 van het Wetboek van vennootschappen/ artikel 3:92 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen: “Elke beslissing inzake benoeming, vernieuwing van het mandaat of opzegging, zonder naleving van de artikelen 156 tot 159 / artikelen 3:88 tot 3:91 is nietig. ”

Zie ook advies.

Vorige pagina

______________________________

Disclaimer: De Stichting Informatiecentrum voor het Bedrijfsrevisoraat (ICCI) geeft op een autonome wijze, dus los van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR), antwoorden op vragen van bedrijfsrevisoren met betrekking tot revisorale opdrachten. Deze adviezen vertegenwoordigen dus niet noodzakelijk het standpunt van de Raad van het IBR. Het formeel standpunt van het IBR kan enkel via de officiële organen, met name de Raad of, in voorkomend geval, het Uitvoerend comité worden ingewonnen. Hoewel het ICCI met de grootste zorgvuldigheid de ontvangen vragen behandelt en hiervoor beroep doet op personen met de vereiste bekwaamheden, wordt ten aanzien van de antwoorden geen enkele waarborg geboden en draagt het geen enkele contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid voor de eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit feitelijke of juridische vergissingen die werden begaan in het kader van de verstrekte antwoorden en informatie. De FAQ’s betreffende de ISA’s, ISRE’s en ISQC 1 werden opgesteld in overleg met de werkgroep ISA & ISQC 1 en de Commissie Normen van het IBR.