Kan een bedrijfsrevisor worden benoemd tot “commissaris van de rekeningen” van een mede-eigendom?

Gepubliceerd op 5 juli 2019

de onafhankelijkheid van de commissaris > onafhankelijkheid van de commissaris

Antwoord:

De beroepsregels laten een bedrijfsrevisor niet toe om specifieke functies voorbehouden voor andere beroepen, uit te oefenen. Het Burgerlijk Wetboek laat evenwel toe dat de functie van syndicus van een gebouw wordt uitgeoefend door een eigenaar aangezien het een handeling van privé-erfgoedbeheer betreft. Geen enkele regelgevende of deontologische bepaling beperkt dit recht tot de bedrijfsrevisoren.

Artikel 577-8/2 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt:

De algemene vergadering wijst jaarlijks een commissaris inzake de rekeningen of een college inzake commissarissen van de rekeningen aan, die al dan niet mede-eigenaar zijn, en die de rekeningen van de vereniging van mede-eigenaars controleren, wier bevoegdheden en verplichtingen bij het reglement van interne orde worden bepaald.”.

Hoewel de titel van “commissaris inzake de rekeningen” niet als zodanig is opgenomen in het Wetboek van vennootschappen / Wetboek van vennootschappen en verenigingen en derhalve de “commissaris inzake de rekeningen” zoals beoogd door de huidige wetgeving op de mede-eigendom niet noodzakelijk een bedrijfsrevisor moet zijn, zou een bedrijfsrevisor die werd benoemd tot interne syndicus van een gebouw waarin hij zelf eigenaar is van een appartement, niet kunnen worden benoemd tot “commissaris van de rekeningen” van dit gebouw zonder afbreuk te doen aan de onafhankelijkheidsregels.

Vorige pagina

______________________________

Disclaimer: De Stichting Informatiecentrum voor het Bedrijfsrevisoraat (ICCI) geeft op een autonome wijze, dus los van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR), antwoorden op vragen van bedrijfsrevisoren met betrekking tot revisorale opdrachten. Deze adviezen vertegenwoordigen dus niet noodzakelijk het standpunt van de Raad van het IBR. Het formeel standpunt van het IBR kan enkel via de officiële organen, met name de Raad of, in voorkomend geval, het Uitvoerend comité worden ingewonnen. Hoewel het ICCI met de grootste zorgvuldigheid de ontvangen vragen behandelt en hiervoor beroep doet op personen met de vereiste bekwaamheden, wordt ten aanzien van de antwoorden geen enkele waarborg geboden en draagt het geen enkele contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid voor de eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit feitelijke of juridische vergissingen die werden begaan in het kader van de verstrekte antwoorden en informatie. De FAQ’s betreffende de ISA’s, ISRE’s en ISQC 1 werden opgesteld in overleg met de werkgroep ISA & ISQC 1 en de Commissie Normen van het IBR.