18 oktober 2016
Aan wie kan de vereffenaar toelating/goedkeuring vragen voor de te nemen beslissingen in onderstaand geval?
De rechtbank gelast een vereffenaar met de vereffening van een vennootschap in volgende toestand. De vennootschap heeft 6 jaar geen boekhouding gevoerd, geen jaarrekeningen neergelegd en geen belastingaangiften ingediend. De vennootschap is verlaten, de zaakvoerder/vennoot bevindt zich in het buitenland (China) en is onbereikbaar, er zijn geen documenten ter beschikking om een boekhouding te voeren en jaarrekeningen neer te leggen.
Er is onroerend actief ten gelde te maken en er bestaan historische schulden ten opzichte van de belastingdiensten. De vereffenaar kan een algemene vergadering bijeenroepen, maar daar gaat niemand aanwezig zijn.
Verder, dient de vereffenaar in jaar 7 een jaarrekening op te stellen en neer te leggen op basis van de inventaris die hij samenstelt, en dit zonder neerlegging van de 6 vorige jaarrekeningen?
Artikel 182, § 5 van het Wetboek van vennootschappen / artikelen 2:81 en 2:85 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen bepaalt / bepalen:
“De rechtbank kan hetzij de onmiddellijke afsluiting van de vereffening uitspreken, hetzij de vereffeningswijze bepalen en een of meer vereffenaars aanwijzen. Wanneer de vereffening is beëindigd, brengt de vereffenaar verslag uit aan de rechtbank en legt, in voorkomend geval, aan de rechtbank een overzicht voor van de waarden van de vennootschap en van het gebruik ervan.” /
“In het geval van een gerechtelijke ontbinding de rechtbank geen vereffenaar aanwijst, spreekt zij de ontbinding en de onmiddellijke sluiting van de vereffening uit.”.
“In afwijking van de artikelen 2:83 en 2:84 kunnen bij een gerechtelijke ontbinding één of meerdere vereffenaars worden aangewezen door de rechtbank die de ontbinding uitspreekt. Ingeval één of meerdere vereffenaars een rechtspersoon zijn, wijst de rechtbank tevens de natuurlijke persoon aan die de rechtspersoon vertegenwoordigt. Zij bepaalt de vereffeningswijze.”.
In beginsel wordt een gerechtelijk ontbonden slapende vennootschap dus vereffend zoals een vrijwillig ontbonden vennootschap, met dit verschil dat de rechtbank grotendeels de rol van de algemene vergadering overneemt (mogelijke benoeming van de vereffenaar(s), en in dit geval: vaststelling van de wijze van vereffening, het aanhoren van het verslag van de vereffenaars en het afsluiten van de vereffening) [1].
Het ICCI is derhalve van oordeel dat de vereffenaar toelating/goedkeuring dient te vragen aan de rechtbank van de te nemen beslissingen.
Als antwoord op de tweede vraag verwijst het ICCI naar artikel 193 van het Wetboek van vennootschappen / artikel 2:99 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen:
“Elk jaar leggen de vereffenaars aan de algemene vergadering de jaarrekening voor met vermelding van de redenen waarom de vereffening niet kon worden voltooid.
Betreft het een naamloze vennootschap, een Europese vennootschap, een Europese coöperatieve vennootschap, een coöperatieve vennootschap, een commanditaire vennootschap op aandelen of een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, dan moeten zij een jaarrekening opstellen overeenkomstig artikel 92, die voorleggen aan de algemene vergadering en, binnen dertig dagen na de datum van de vergadering, en ten laatste zeven maanden na de datum van afsluiting van het boekjaar, neerleggen bij de Nationale Bank van België, samen met de andere bij dit artikel voorgeschreven stukken; de artikelen 101 en 102 zijn van toepassing op deze neerlegging.” /
“Elk boekjaar legt de vereffenaar aan de algemene vergadering de jaarrekening voor met vermelding van de redenen waarom de vereffening niet kon worden voltooid.
Betreft het een besloten vennootschap, een coöperatieve vennootschap, een naamloze vennootschap, een Europese vennootschap of een Europese coöperatieve vennootschap, dan moet hij een jaarrekening opstellen overeenkomstig artikel 3:1, die voorleggen aan de algemene vergadering of, in geval van een gerechtelijke ontbinding, aan de rechtbank en, binnen dertig dagen na de datum van de vergadering, en ten laatste zeven maanden na de datum van afsluiting van het boekjaar, neerleggen bij de Nationale Bank van België, samen met de andere bij dit artikel voorgeschreven stukken; de artikelen 2:33, 3:13 en 3:14 zijn van toepassing op deze neerlegging.”.
De vereffenaars van hun kant zijn, vanaf de invereffeningstelling van de vennootschap, verplicht jaarlijks een inventaris en een jaarrekening op te stellen, deze jaarrekening ter informatie voor te leggen aan de algemene vergadering en openbaar te maken door neerlegging ter griffie [2] [3].
Op basis hiervan meent het ICCI dat de vereffenaar slechts vanaf de invereffeningstelling van de vennootschap gehouden is een jaarrekening van de vennootschap in casu op te stellen, en dus niet meer de jaarrekeningen van de vorige jaren.
Ten slotte vestigt het ICCI eveneens de aandacht op de periodieke verslaggeving aan de Rechtbank opgelegd door artikel 189bis van het Wetboek van vennootschappen / artikel 2:96 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
[1] E. De Bie, M. Corynen, C. Piette, “Artikel 182 W. Venn.” in Artikelsgewijze commentaren vennootschappen en verenigingen, Antwerpen, Kluwer, 2013, p. 12, nr. 13, aldaar eveneens verwijzend naar artikel 182, §5 W.Venn / artikel 2:81 WVV.
[2] Advies CBN nr. 110/7, Bull.C.B.N. nr. 24, september 1989, p. 7, https://www.cbn-cnc.be/nl/adviezen/verslaggeving-bij-invereffeningstelling.
[3] “(Artikel 187 Venn. W. [huidig art. 193 W. Venn. / art. 2:99 WVV]; zie daaromtrent advies 110/6 opgenomen in Bulletin nr. 17 van september 1985, pp. 19-21)”. (Advies CBN nr. 110/7, Bull.C.B.N. nr. 24, september 1989, p. 7).
______________________________
Disclaimer: Hoewel het Informatiecentrum voor het Bedrijfsrevisoraat (ICCI) met de grootste zorgvuldigheid de ontvangen vragen behandelt en hiervoor beroep doet op personen met de vereiste bekwaamheden, wordt ten aanzien van de antwoorden geen enkele garantie geboden en draagt het geen enkele contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid voor de eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit feitelijke of juridische vergissingen die werden begaan in het kader van de verstrekte antwoorden en informatie. Het antwoord wordt alleen in de taal van de vraagsteller overgenomen. De lezer en in het algemeen de gebruiker van dit antwoord blijft als enige verantwoordelijk voor het gebruik daarvan.