9 december 2013

Kan het ICCI helpen in de hieronder gestelde situatie?

 

Een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid heeft in haar statuten omschreven dat de waarde van het scheidingsaandeel bij uittreding van vennoten bepaald wordt volgens een formule vastgelegd in het huishoudelijk reglement. Deze formule bepaalt de waarde van het aandeel door een combinatie van waardering volgens substantiële waarde en rendementswaarde. Inherent aan deze waarderingsmethode is dat het aantal aandelen gelijk dient te blijven. Indien het aantal aandelen niet gelijk zou blijven, kan de waarde van het aandeel immers sterk fluctueren bij in- of uittreden als er nieuwe aandelen worden uitgegeven of worden vernietigd. In het ontwerp van het aangepast huishoudelijk reglement wordt het aantal aandelen vastgelegd, dit aantal zal in de toekomst niet kunnen wijzigen door toe- of uittredingen van vennoten. Verder voorziet men dat in de toekomst op de gewone jaarlijkse algemene vergadering de aanpassing van het huishoudelijk reglement steeds een agendapunt zal zijn.

  1. Kan conform de wetgeving het aantal aandelen in een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid worden vastgelegd? En volstaat het dat het vastgelegde aantal aandelen wordt bepaald in het huishoudelijk reglement of dient dit bepaald te worden in de statuten? In casu blijven de vennoten, na het vastleggen van het aantal aandelen, het recht behouden om uit te treden indien er een andere partij ter beschikking is die aandelen wil verwerven. Wanneer er geen vennoten beschikbaar zijn die aandelen willen verwerven, kan een vennoot die wil uittreden beperkt worden in het aantal aandelen waarmee hij wenst uit te treden.
  2. Kan de jaarlijkse algemene vergadering rechtsgeldig gehouden worden indien de wijziging van het huishoudelijk reglement een agendapunt is zonder dat de wijzigingen gespecifieerd wordt in de agenda?



Als antwoord op de eerste vraag is het ICCI van oordeel dat het Wetboek van vennootschappen niet verbiedt dat het aantal aandelen in een CVBA worden vastgelegd. Wel moet worden toegezien dat deze vastlegging niet tot gevolg zou hebben dat de CVBA geen veranderlijk kapitaalgedeelte meer zou hebben, wat inderdaad een verplichting lijkt te zijn [1]. Dit veranderlijke gedeelte kan vrij fluctueren, zonder dat een statutenwijziging of enige andere formaliteit moet worden nageleefd [2] [3].

 

Als antwoord op de tweede vraag verwijst het ICCI naar artikel 355, 2°, 4° en 6° van het Wetboek van vennootschappen dat bepaalt welke gegevens in de oprichtingsakte (de statuten [4]) van de CVBA dienen te worden vermeld:

 

Naast de gegevens opgenomen in het uittreksel bestemd voor bekendmaking, worden in de oprichtingsakte de volgende gegevens vermeld:

  (…)

  2° de voorwaarden van toetreding, uittreding en uitsluiting van vennoten en de voorwaarden van terugneming van gestorte gelden;

  (…)

  4° de rechten van de vennoten;

  (…)

  6° hoe de winst wordt verdeeld en het verlies omgeslagen.”.

 

Het huishoudelijk reglement is een verdere uitwerking van de statuten en mag geen nieuwe bepalingen aan de statuten toevoegen, mag geen bepalingen van de statuten wijzigen en nog minder strijdig zijn met statutaire bepalingen [5]. Alle beschikkingen in het reglement moeten hun oorsprong vinden in de verwijzing in de statuten naar het reglement [6].

 

Bijgevolg is het ICCI van oordeel dat, indien de vastlegging van het aantal aandelen een nieuwe bepaling zou toevoegen, bepalingen zou wijzigen of strijdig zou zijn met statutaire bepalingen zoals vermeld in dit artikel 355 van het Wetboek van vennootschappen, deze vastlegging effectief dient te worden bepaald in de statuten, en dus niet (alleen) in het huishoudelijk reglement van de CVBA, zelfs al zouden dezelfde goedkeuringsvereisten gelden als voor een statutenwijziging.

 

Als antwoord op de derde vraag verwijst het ICCI naar A. Van Hulle en K. Van Hulle, De Coöperatieve Vennootschap, Antwerpen, Kluwer, 1996, p. 282-283, nr. 415:

 

Naar de inhoud moet de uitnodiging voldoende duidelijk zijn en de agendapunten bevatten waarover beslist dient te worden. De vermelding “diversen” of “allerlei” kan niet fungeren als “sluitpost” om allerlei beslissingen te laten nemen [7].

 (…)

In de regel is de algemene vergadering gebonden door de agenda, zoals die in de oproeping werd aangegeven. De vennoten moeten er immers op kunnen vertrouwen dat in hun afwezigheid over geen andere punten wordt beslist dan deze waarvan zij kennis hebben kunnen nemen.”.

 

In dezelfde zin redeneert F. Hellemans, De algemene vergadering: een onderzoek naar de grondslagen van haar bestaansreden en de geldigheid van haar besluiten, Jan Ronse Instituut (ed.), Kalmthout, Biblo, 2000, p. 687, nr. 637:

 

(…) Ook zonder dit voorschrift moeten de vennoten van een C.V. die worden uitgenodigd voor een algemene vergadering waaraan een statutenwijziging zal worden voorgelegd, vooraf duidelijk het voorwerp van deze statutenwijziging uit de agenda kunnen afleiden.”.

 

Uit het voorgaande kan het ICCI afleiden dat de wijzigingen van het huishoudelijk reglement, in voorkomend geval van de statuten, steeds duidelijk het voorwerp van deze wijziging dienen te vermelden in de agenda. Zo niet kan desbetreffende beslissing van de algemene vergadering naar de mening van het ICCI nietig worden verklaard.



[1] H. Braeckmans en R. Houben, Handboek vennootschapsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, p. 102, nr. 162; J. Van Bael, “De wet op de coöperatieve vennootschappen” in H. Braeckmans en E. Wymeersch (eds.), Het gewijzigde vennootschapsrecht 1991, Antwerpen, Maklu, 1992, 400 p.

[2] Wijzigingen in het veranderlijke kapitaal kunnen onder meer het gevolg zijn van de toetreding of uittreding van vennoten (art. 392 W. Venn.).

[3] H. Braeckmans en R. Houben, Handboek vennootschapsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, p. 102, nr. 162.

[4] H. Braeckmans en R. Houben, Handboek vennootschapsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2012, p. 103, nr. 164.

[5] Cf. Rb. Luik 12 mei 1897, RPS, nr. 847, p. 17; A. Van Hulle en K. Van Hulle, De Coöperatieve Vennootschap, Antwerpen, Kluwer, 1996, p. 461, nr. 637.

[6] A. Van Hulle en K. Van Hulle, De Coöperatieve Vennootschap, Antwerpen, Kluwer, 1996, p. 461, nr. 637.

[7] Brussel, 13 januari 1971, RPS, nr. 5624.

______________________________

Disclaimer: Hoewel het Informatiecentrum voor het Bedrijfsrevisoraat (ICCI) met de grootste zorgvuldigheid de ontvangen vragen behandelt en hiervoor beroep doet op personen met de vereiste bekwaamheden, wordt ten aanzien van de antwoorden geen enkele garantie geboden en draagt het geen enkele contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid voor de eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit feitelijke of juridische vergissingen die werden begaan in het kader van de verstrekte antwoorden en informatie. Het antwoord wordt alleen in de taal van de vraagsteller overgenomen. De lezer en in het algemeen de gebruiker van dit antwoord blijft als enige verantwoordelijk voor het gebruik daarvan.