26 december 2017

Kan het ICCI een advies geven omtrent de hieronder vermelde problematiek?



Hoe kan een uitbreng van een onroerend goed bij wijze van kapitaalvermindering in natura concreet in één notariële akte gebeuren?
 
De effectieve uitkering (eigendomsoverdracht) kan maar gebeuren binnen de twee maanden na de publicatie van de akte kapitaalvermindering in het Belgisch Staatsblad. Deze datum is niet gekend bij het verlijden van de akte kapitaalvermindering, want men weet niet wanneer de publicatie juist zal gebeuren.
 
Alle akten betreffende onroerende goederen dienen ook te worden overgeschreven op het hypotheekkantoor.
 
Als er slechts één akte is, namelijk de buitengewone algemene vergadering die beslist tot kapitaalvermindering in natura door uitbreng van een onroerend goed, en er een wachttijd dient gerespecteerd te worden nageleefd van twee maanden na de publicatie van de akte kapitaalvermindering, hoe kan men dan weten of en wanneer de uitbreng effectief is gebeurd.
 

 

  1. Zoals uit het door het ICCI gepubliceerde advies van 5 november 2015 ook blijkt, staat het feit dat de exacte datum van de publicatie van de akte kapitaalvermindering in het Belgisch Staatsblad nog niet is gekend op het tijdstip van het verlijden van de akte kapitaalvermindering, niet in de weg dat de operatie van een uitbreng via een reële kapitaalvermindering kan gebeuren in één notariële akte. Dit wel op voorwaarde dat er binnen deze akte expliciet een opschortende termijn wordt gestipuleerd teneinde te kunnen voldoen aan de vereiste inzake zekerheidsstelling zoals voor BVBA’s bepaald in artikel 317 van het Wetboek van vennootschappen.
  2. Het feit dat de exacte datum van de publicatie van de akte kapitaalvermindering in het Belgisch Staatsblad nog niet is gekend op het tijdstip van het verlijden van de akte kapitaalvermindering wordt concreet opgelost door in deze akte van kapitaalvermindering deze datum dan ook te omschrijven als zijnde “binnen twee maanden na de bekendmaking van het besluit in het Belgisch Staatsblad” en dus niet met een opgave van een exacte datum hiervan. Voor een goed uitgewerkt voorbeeld van een model van besluit tot reële kapitaalvermindering, verwijst het ICCI naar deze uitgewerkt in het gepubliceerd advies van 5 november 2015 [1], met dien verstande dat de verwijzing naar artikel 613 van het Wetboek van vennootschappen dient te worden gewijzigd in artikel 317 van het Wetboek van vennootschappen.
  3. Betreffende de vraag hoe de aandeelhouders kunnen weten of en wanneer de uitbreng effectief is gebeurd, gezien ter bescherming van de schuldeisers de uitkering niet langer mag geschieden dan twee maanden nadat het besluit tot kapitaalvermindering werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, wordt het antwoord gegeven in de publicatie F. Bouckaert, Notarieel vennootschapsrecht : N.V. en B.V.B.A., Mechelen, Kluwer, 2000, p. 668-669, nr. 13.8:

     

    “Dit houdt in dat de aandeelhouders moeten weten hoe en wanneer de uitkering zal geschieden. De modaliteiten van terugbetaling worden in de agenda aangekondigd en in het besluit opgenomen. Aandeelhouders die op de algemene vergadering niet aanwezig waren, zullen daarvan kennis krijgen door bekendmaking van het besluit in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad houdende kapitaalvermindering en via de pers.

    Voor zover het besluit tot kapitaalvermindering via de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad daarover niets heeft bekendgemaakt, kunnen de houders van aandelen aan toonder en de houders van gematerialiseerde effecten nà de kapitaalvermindering andermaal door de bestuurders via de Bijlagen tot he Belgisch Staatsblad en de pers worden ingelicht. De houders van aandelen op naam worden schriftelijk ingelicht.

    Zo zullen bedragen die voor uitkering zijn bestemd, door de vennootschap in haar zetel ofwel door een bank die als bemiddelaar optreedt aan de houders van aandelen aan toonder op vertoon van een coupon (dividendbewijs) worden uitbetaald. Houders van gedematerialiseerde effecten zullen een attest van de rekeninghouder of van de vereffeningsinstelling voorleggen, terwijl de houder van aandelen op naam hun hoedanigheid van aandeelhouder zullen bewijzen door het inschrijvingsbewijs. Gelden die niet kunnen worden uitgekeerd, omdat bepaalde aandeelhouders zich niet hebben aangemeld, worden op de Deposito- en Consignatiekas gestort.”.


     

    [1] Model ontleend uit F. Bouckaert, Notarieel vennootschapsrecht : N.V. en B.V.B.A., Mechelen, Kluwer, 2000, p. 673-674, nr. 13.13.

______________________________

Disclaimer: Hoewel het Informatiecentrum voor het Bedrijfsrevisoraat (ICCI) met de grootste zorgvuldigheid de ontvangen vragen behandelt en hiervoor beroep doet op personen met de vereiste bekwaamheden, wordt ten aanzien van de antwoorden geen enkele garantie geboden en draagt het geen enkele contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid voor de eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit feitelijke of juridische vergissingen die werden begaan in het kader van de verstrekte antwoorden en informatie. Het antwoord wordt alleen in de taal van de vraagsteller overgenomen. De lezer en in het algemeen de gebruiker van dit antwoord blijft als enige verantwoordelijk voor het gebruik daarvan.