4 september 2013
In mei 2013 wordt er een renting contract afgesloten bij de bank door een zelfstandig ondernemer. Op 1 juli 2013 richt deze zelfstandig ondernemer een BVBA op en wenst het afgesloten renting contract over te zetten naar zijn BVBA. Er wordt geen vergoeding gevraagd van de BVBA.
Voor “quasi-inbreng” moeten de volgende vijf voorwaarden cumulatief aanwezig zijn [1]:
Betreffende voormelde tweede en derde voorwaarde wenst het ICCI op te merken dat de overdracht van het renting contract in casu een overneming van de verbintenis door de verkrijgende BVBA inhoudt, hetgeen wil zeggen dat er wel degelijk een tegenprestatie bestaat voor deze overdracht. De waarde van de tegenprestatie is gelijk aan de geactualiseerde waarde van de toekomstige periodieke huurbetalingen.
Indien voormelde tegenprestatie inderdaad een waarde heeft die lager is dan één tiende van het geplaatste kapitaal de BVBA, dan is het ICCI van oordeel dat de beschreven operatie niet onder de quasi-inbrengprocedure valt. Bijgevolg is dan ook geen verslag van de bedrijfsrevisor over een quasi-inbreng vereist.
______________________________
Disclaimer: Hoewel het Informatiecentrum voor het Bedrijfsrevisoraat (ICCI) met de grootste zorgvuldigheid de ontvangen vragen behandelt en hiervoor beroep doet op personen met de vereiste bekwaamheden, wordt ten aanzien van de antwoorden geen enkele garantie geboden en draagt het geen enkele contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid voor de eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit feitelijke of juridische vergissingen die werden begaan in het kader van de verstrekte antwoorden en informatie. Het antwoord wordt alleen in de taal van de vraagsteller overgenomen. De lezer en in het algemeen de gebruiker van dit antwoord blijft als enige verantwoordelijk voor het gebruik daarvan.