Onafhankelijkheid van de commissaris (wetgevende update 05/07/2019)

8 september 2010

Kan een bedrijfsrevisor het commissarismandaat aanvaarden in een vennootschap waarvoor een accountant uit het netwerk van de bedrijfsrevisor recentelijk de volgende diensten heeft verleend:

 

–      Juridische bijstand bij de voorbereiding van een geruisloze fusie (contacten met notaris, nalezen akte, voorbereiden verslagen raad van bestuur) waarbij niet het vaststellen van de ruilverhouding of de waardering van de betrokken vennootschappen betreft en anderzijds

–      De aankoop van een handelsfonds (juridische en fiscale due diligence, voorbereiding overnamecontract) waarbij het ook hier niet de tussenkomst bij de bepaling van de waarde van de aangekochte activa betreft.

 

----

 

 

Op basis van de omschrijving vallen deze diensten buiten de bepalingen van paragraaf 4.4. a) en b) van de normen van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren inzake bepaalde aspecten verbonden met de onafhankelijkheid van de commissaris. Voor de toepassing van paragrafen 4.1. tot 4.3. van deze normen zal de bedrijfsrevisor echter zelf moeten oordelen of deze diensten eventueel zijn onafhankelijkheid in het gedrang zouden kunnen brengen.

 

Bovendien wenst het ICCI de aandacht te vestigen op de andere normatieve bepalingen met betrekking tot de onafhankelijkheid van de commissaris (onder andere paragraaf 3.1. van de geciteerde normen die handelt over de geestelijke en de schijnbare onafhankelijkheid), alsook op de bepalingen van artikel 133, §§ 1 en 2 van het Wetboek van vennootschappen / artikel 3:62, §§ 1 en 2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en de bepalingen van artikel 12 van de wet van 7 december 2016 tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren.