28 mei 2010

Dient de ondernemingsraad de jaarlijkse financiële informatie te bekomen én erover te beraadslagen vóór de algemene vergadering van een VZW of is het mogelijk dat de ledenvergadering enkele dagen of weken vóór de ondernemingsraad wordt gehouden?

 

Artikel 16 van het koninklijk besluit van 27 november 1973 houdende reglementering van de economische en financiële inlichtingen te verstrekken aan de ondernemingsraden stipuleert hieromtrent:

 

De jaarlijkse voorlichting moet verstrekt en besproken worden in de loop van de drie maanden die volgen op het afsluiten van het dienstjaar.


Indien de onderneming of de juridische entiteit waarvan zij deel uitmaakt opgericht is onder de vorm van een vennootschap, heeft de vergadering van de ondernemingsraad, gewijd aan het onderzoek van deze voorlichting, verplicht plaats voor de algemene vergadering tijdens welke de vennoten zich uitspreken over het beheer en de jaarrekeningen. Het verslag van deze vergadering wordt aan de vennoten medegedeeld ter gelegenheid van voornoemde algemene vergadering.
”.

 

Enerzijds kan, op basis van het eerste lid van bovenstaand artikel, er geen discussie bestaan over het principe dat de jaarlijkse voorlichting aan de ondernemingsraad van de VZW in casu verstrekt en besproken moet worden in de loop van de drie maanden die volgen op het afsluiten van het dienstjaar, ongeacht of de algemene vergadering van de VZW al dan niet plaats heeft vóór of na de voorlichtingsvergadering georganiseerd ten behoeve van de ondernemingsraad.

 

Anderzijds is het ICCI vanuit praktisch standpunt inderdaad van mening dat het niet de huidige intentie van de wetgever kan zijn om op dit punt de ondernemingsraad in ’VZW’s anders te gaan behandelen dan deze in vennootschappen. Het ICCI is van oordeel dat de ondernemingsraden meestal geen bezwaar maken indien de voorlichtingsvergadering wordt georganiseerd na het verloop van de eerste drie maanden van het jaar, voor zover dat deze plaats vindt vóór de datum van de algemene vergadering van de VZW. Het is aangewezen dat men de leden van de ondernemingsraad hierover voorafgaandelijk inlicht en verklaart waarom de termijn van drie maanden in de praktijk niet haalbaar is.

 

Voor meer informatie omtrent de rol van de bedrijfsrevisor ten opzichte van de Ondernemingsraad verwijst het ICCI naar de recente ICCI-publicatie hieromtrent, Z. Gallez,  G. Van Gyes,  Y. De Cordt, P.-P. Van Gehuchten, De rol van de bedrijfsrevisor ten opzichte van de Ondernemingsraad, Antwerpen, Maklu, 2010, 315 p.).


______________________________

Disclaimer: Hoewel het Informatiecentrum voor het Bedrijfsrevisoraat (ICCI) met de grootste zorgvuldigheid de ontvangen vragen behandelt en hiervoor beroep doet op personen met de vereiste bekwaamheden, wordt ten aanzien van de antwoorden geen enkele garantie geboden en draagt het geen enkele contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid voor de eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit feitelijke of juridische vergissingen die werden begaan in het kader van de verstrekte antwoorden en informatie. Het antwoord wordt alleen in de taal van de vraagsteller overgenomen. De lezer en in het algemeen de gebruiker van dit antwoord blijft als enige verantwoordelijk voor het gebruik daarvan.