14 augustus 2018

De beschreven situatie is de volgende: een groep nam vorige maand een NV over waarvan het boekjaar afsluit per 30/06. Deze overnamegesprekken/onderhandelingen hebben ongeveer een jaar geduurd. Anderhalve maand vóór de overname is een publicatie in het Belgisch Staatsblad gebeurd waarbij de commissaris X is herbenoemd voor de komende 3 jaar (boekjaar 2018/2019/2020). De groep werd evenwel niet geraadpleegd over de herbenoeming van commissaris X. De groep kan als nieuwe eigenaar akkoord gaan dat de vorige commissaris X zijn controle nog afwerkt van vóór de afsluiting van boekjaar 30/06/2018, maar voor de komende jaren wenst men graag de ‘eigen’ bedrijfsrevisor/commissaris aan te stellen.

De vraag is of de groep de benoeming van commissaris X alsnog ongedaan kan maken om zo een andere commissaris aan te stellen.

1. Als antwoord op deze vraag verwijst het ICCI naar artikel 135, § 1, eerste en tweede lid van het Wetboek van / artikel 3:66, § 1, eerste lid van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen dat het volgende stipuleert:
“§ 1. Overeenkomstig artikel 132/1, worden de commissarissen benoemd voor een hernieuwbare termijn van drie jaar. Op straffe van schadevergoeding kunnen zij tijdens hun opdracht alleen om wettige redenen worden opgezegd door de algemene vergadering. Meer in het bijzonder is een verschil van mening over een boekhoudkundige verwerking of een controleprocedure op zich geen wettige reden voor opzegging.”/

 

§ 1. Op straffe van schadevergoeding kan de commissaris tijdens zijn opdracht alleen om wettige redenen worden opgezegd door de algemene vergadering. Meer in het bijzonder is een verschil van mening over een boekhoudkundige verwerking of een controleprocedure op zich geen wettige reden voor opzegging.



2. Volgens vaste rechtspraak zijn wettige redenen de aan de commissaris te wijten omstandigheden waardoor men van de vennootschap redelijkerwijze niet langer kan verwachten dat deze in de commissaris vertrouwen blijft stellen.[1] De wettige reden tot ontslag van een commissaris heeft bijvoorbeeld betrekking op een fysieke onbekwaamheid, een nalatigheid in de uitoefening van de functie of andere omstandigheden die van aard zijn het vertrouwen in de commissaris te ontnemen.[2]

3. Bovendien blijkt uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 7 december 2016 tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren betreffende artikel 135 van het Wetboek van vennootschappen[3] / artikel 3:66 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen de eenmaking van de controle van de jaarrekeningen van alle entiteiten van een groep door de wetgever wordt beschouwd als “wettige reden”, maar uiteraard is het aan de rechtspraak om hierover uitspraak te doen, omdat de eerdere rechtspraak in tegenovergestelde richting ging en deze reden niet in de wet zelf werd ingevoerd als “wettige reden”.

4. In de voorliggende casus is het ICCI van oordeel dat nergens werd aangetoond dat de “voorwaarden” vervat in voormelde parlementaire voorbereiding werden voldaan (beslissing van de moedervennootschap om de controle van de jaarrekening van alle entiteiten van de groep één te maken). Hierbij dient te worden opgemerkt dat wanneer de commissaris zonder wettige reden wordt opgezegd, hij op grond van artikel 135, § 1, tweede lid van het Wetboek van vennootschappen / artikel 3:66, § 1, eerste lid van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen een schadevergoeding kan vorderen.

5. In overeenstemming met artikel 159 van het Wetboek van vennootschappen/ artikel 3:91 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen  kan de commissaris in de loop van zijn mandaat slechts worden opgezegd op voorstel of op eensluidend advies van de ondernemingsraad die beslist bij meerderheid van de stemmen uitgebracht door zijn leden en bij meerderheid van de stemmen uitgebracht door de leden benoemd door de werknemers.

6. Verder dienen de gecontroleerde vennootschap en commissaris X het College van toezicht op de bedrijfsrevisoren, bedoeld in artikel 32 van de wet van 7 december 2016 houdende de organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren, in kennis te stellen van de opzegging van commissaris X tijdens zijn opdracht en op afdoende wijze de redenen hiervoor uiteen te zetten, ongeacht of de voortijdige onderbreking van het mandaat al dan niet in onderling overleg is overeengekomen (art. 135, § 2 W. Venn./ art. 3:66, § 2 WVV).

7. Ten slotte wenst het ICCI nog op te merken dat het steeds mogelijk is om in voorkomend geval een tweede commissaris te benoemen of om met de commissaris een beëindiging door onderlinge overeenkomst te onderhandelen, die desalniettemin meer evenredig lijken dan een opzegging.

[1] Kh. Dendermonde (2de k.), 27 juni 2013, D.A.O.R., 2013/3, nr. 107, p. 277.

[2] Luik, 23 november 1989, R.P.S., 1990, p. 178.

[3] Wetsontwerp tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren, memorie van toelichting, Parl.St. Kamer 2014-2015, n° 2083/001, p. 78: “De beslissing om zijn commissaris “op te zeggen” kan voortvloeien uit een gevoel van ontevredenheid over het werk van de beroepsbeoefenaar, maar is ook mogelijk in bepaalde omstandigheden ofschoon de aangestelde commissaris aan de verwachtingen van de gecontroleerde vennootschap voldoet. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de tenuitvoerlegging door de vennootschap van een door haar moedervennootschap genomen beslissing om de controle van de jaarrekeningen van alle entiteiten van de groep toe te vertrouwen aan de nationale vertegenwoordigers van eenzelfde internationale structuur.”

4 IBR, Vademecum Deel I: Rechtsleer, Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 2009, p. 547.

5 Cf. Luik, 23 november 1989, R.P.S., 1990, p. 178 ; Kh. Dendermonde (2de k.), 27 juni 2013, D.A.O.R., 2013/3, nr. 107, p. 277.

______________________________

Disclaimer: Hoewel het Informatiecentrum voor het Bedrijfsrevisoraat (ICCI) met de grootste zorgvuldigheid de ontvangen vragen behandelt en hiervoor beroep doet op personen met de vereiste bekwaamheden, wordt ten aanzien van de antwoorden geen enkele garantie geboden en draagt het geen enkele contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid voor de eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit feitelijke of juridische vergissingen die werden begaan in het kader van de verstrekte antwoorden en informatie. Het antwoord wordt alleen in de taal van de vraagsteller overgenomen. De lezer en in het algemeen de gebruiker van dit antwoord blijft als enige verantwoordelijk voor het gebruik daarvan.