9 augustus 2007

 

Welke consolidatieverplichtingen zijn op Belgisch niveau van toepassing voor vennootschappen die tot een internationale groep behoren?

 

Een internationale groep heeft een Belgische vennootschap A en diens enige dochtervennootschap B (ook Belgisch).  B heeft geen dochtervennootschappen. De moedervennootschappen van vennootschap A  zijn buitenlands.

 

Daarnaast heeft deze groep ook een Belgische vennootschap C en diens enige dochtervennootschap D (ook Belgisch). D heeft geen dochtervennootschappen.  De moedervennootschappen van vennootschap C zijn buitenlands.

 

Aan de top van de groep staat één buitenlandse vennootschap. Vennootschappen A en B enerzijds en vennootschappen C en D anderzijds zijn dus verre neven/nichten.

 

De aandeelhouders van vennootschappen A, B, C en D hebben de jaarrekeningen voor het boekjaar 2006 reeds goedgekeurd, en wat consolidatie betreft, hadden de aandeelhouders van A en D op de algemene vergadering beslist van de vrijstelling in artikel 113 van het Wetboek van vennootschappen / artikel 3:26 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen gebruik te maken omdat er op het niveau van hun moedervennootschappen zou worden geconsolideerd. 

 

Nu blijkt echter dat geen enkele van de buitenlandse vennootschappen van deze internationale groep een geconsolideerde jaarrekening zal publiceren. 

 

Aldus stellen zich de volgende vragen met betrekking tot de consolidatieverplichtingen op Belgisch niveau :

 

1.  Indien vennootschappen C en D op zichzelf genomen kwalificeren als een kleine groep, kunnen zij dan van de uitzondering van de consolidatieverplichting voor kleine groepen (artikel 16 W. Venn. / artikel 1:26 W. Venn.) genieten?

 

2. Indien niet, kan de raad van bestuur van vennootschap C geconsolideerde jaarrekeningen voor 2006 goedkeuren zelfs na de fusie van de vennootschappen D en C in 2007?

 

3.  Vennootschappen A en B op zichzelf genomen kwalificeren in elk geval niet als kleine groep.  Volstaat een consolidatie van enkel vennootschap A en haar enige dochtervennootschap B om te voldoen aan de consolidatieverplichtingen naar Belgisch recht?

 

Deze vragen kunnen als volgt worden beantwoord:

 

1. Indien de vennootschappen C en D een kleine groep vormen – zoals gedefinieerd in
artikel 16 van het Wetboek van vennootschappen / artikel 1:26 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen – dan is vennootschap C inderdaad vrijgesteld van consolidatieplicht overeenkomstig artikel 112 van het Wetboek van vennootschappen / artikel 3:25 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.

 

2. Indien de vennootschappen C en D geen kleine groep vormen op datum van 31 december 2006, dient vennootschap C inderdaad nog een geconsolideerde jaarrekening op te stellen, die kan worden voorgelegd aan een buitengewone algemene vergadering (deze vergadering dient kennis te nemen van deze geconsolideerde jaarrekening, doch de dagorde dient geen formele goedkeuring ervan te bevatten). Een fusie door overname van vennootschap D door vennootschap C in 2007 heeft geen invloed op deze verplichting. Voor de volledigheid wordt de aandacht gevestigd op artikel 16, § 2 van het Wetboek van vennootschappen / artikel 1:26, § 2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen met betrekking tot de overschrijding van de criteria vermeld onder de eerste paragraaf van dit artikel.

 

3. Aangezien de vennootschappen A en B geen kleine groep vormen, moet vennootschap A een geconsolideerde jaarrekening opstellen en deze nog voorleggen aan een buitengewone algemene vergadering, indien dit niet is gebeurd in het kader van de gewone algemene vergadering. Deze consolidatie van vennootschappen A en B volstaat om te voldoen aan de consolidatieplicht naar Belgisch recht. De vennootschappen A, B, C en D kunnen niet worden beschouwd als een consortium, omdat vennootschappen A en C dochtervennootschappen zijn van eenzelfde vennootschap (art. 10, § 1 W. Venn. / art. 1:19, § 1 W. Venn.) zodat geen consolidatie dient te gebeuren van deze vier vennootschappen.

  

Er dient te worden opgemerkt dat de beslissing van de aandeelhouders van de vennootschappen A en C om geen geconsolideerde jaarrekening op te stellen met verwijzing naar de vrijstelling van artikel 113, § 1 van het Wetboek van vennootschappen / artikel 3:26, § 1 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, niet rechtsgeldig is aangezien de voorwaarden van dit laatste artikel niet vervuld zijn.

______________________________

Disclaimer: Hoewel het Informatiecentrum voor het Bedrijfsrevisoraat (ICCI) met de grootste zorgvuldigheid de ontvangen vragen behandelt en hiervoor beroep doet op personen met de vereiste bekwaamheden, wordt ten aanzien van de antwoorden geen enkele garantie geboden en draagt het geen enkele contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid voor de eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit feitelijke of juridische vergissingen die werden begaan in het kader van de verstrekte antwoorden en informatie. Het antwoord wordt alleen in de taal van de vraagsteller overgenomen. De lezer en in het algemeen de gebruiker van dit antwoord blijft als enige verantwoordelijk voor het gebruik daarvan.