1 september 2014
In het kader van een commissarismandaat werd vastgesteld dat de vennootschap met zeer lage marges werkt. Brutomarge is nog licht positief maar na aftrek van werkingskosten is deze in sommige gevallen negatief. Men stelde de vraag aan de vennootschap of de transfer pricing documentatie kon worden gegeven doch men heeft deze nooit bezorgd. Ook een transfer pricing study werd gevraagd, maar nooit gekregen.
Afgezien daarvan staan er geen materiele fouten in de jaarrekening. In geval van fiscale controle (nog geen gehad noch aangekondigd) zijn fiscale implicaties (verwerpen van de fiscaal overgedragen verliezen, boetes, enz.?) mogelijk. Deze zouden er dan eventueel toe kunnen leiden dat de jaarrekening, die heden correct is, geen getrouw beeld vertoont.
Zoals vermeld door E. Vanderstappen: “Wanneer de commissaris niet de gevraagde toelichtingen en informatie heeft verkregen, dient hij hiervan melding te maken in zijn verslag. Deze omstandigheid zal slechts het voorwerp uitmaken van een voorbehoud of van een onthouding, in het geval het ontbreken van dit gegeven de behoorlijke uitvoering van de controlewerkzaamheden belet.
(…)
In het kader van zijn controle moet de bedrijfsrevisor voldoende bewijskrachtig controlemateriaal verzamelen, dat zijn tot uitdrukking gebrachte oordeel ten aanzien van de jaarrekening kan staven.” (E. Vanderstappen, Commentaar bij art. 144 W. Venn., Kluwer, 2008, www.jura.be).
Krachtens paragraaf 13 van ISA 705 dient de commissaris de implicaties hiervan in zulke omstandigheden als volgt te bepalen:
Meer informatie omtrent “scope limitation” is beschikbaar onder punt 2.4. van de ICCI‑brochure 2013/3, Het commissarisverslag (Antwerpen, Maklu, 2013, p. 64).
Op basis van bovenvermelde informatie en van de concrete feiten dient men te beoordelen of de beperking in de uitvoering van de controleopdracht zal leiden tot een voorbehoud of een onthouding.
In geen enkel geval zal “het veroorzaken van schade aan de vennootschap” een verantwoording kunnen zijn voor de commissaris om geen voorbehoud of onthouding te geven in zijn verslag. Wanneer de commissaris moet kiezen tussen (i) het formuleren van een duidelijk oordeel en (ii) het veroorzaken van een schade aan de gecontroleerde vennootschap, dan moet hij steeds zijn eigen aansprakelijkheid dekken zonder evenwel de essentie zelf van zijn controleopdracht te negeren. Daaromtrent verwijst het ICCI naar een uittreksel van het artikel van de heren C. Jassogne en J. Lebeau, La responsabilité des commissaires : “Un rapport, accordé sans réserve alors que les questions du commissaire n’avaient depuis des années pas reçu de réponses satisfaisantes, constitue un faux.”. (T.P.D.C., 2014, vol. 2, p. 705). Toch belet dit niet dat de commissaris zijn oordeel dient te formuleren op een duidelijke en voorzichtige manier.
Ten slotte wenst het ICCI de aandacht te vestigen op bijlage VOL. 14 van de jaarrekening. Indien deze niet volledig wordt ingevuld, dan is er geen getrouw beeld van het vermogen van de gecontroleerde vennootschap.
______________________________
Disclaimer: Hoewel het Informatiecentrum voor het Bedrijfsrevisoraat (ICCI) met de grootste zorgvuldigheid de ontvangen vragen behandelt en hiervoor beroep doet op personen met de vereiste bekwaamheden, wordt ten aanzien van de antwoorden geen enkele garantie geboden en draagt het geen enkele contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid voor de eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit feitelijke of juridische vergissingen die werden begaan in het kader van de verstrekte antwoorden en informatie. Het antwoord wordt alleen in de taal van de vraagsteller overgenomen. De lezer en in het algemeen de gebruiker van dit antwoord blijft als enige verantwoordelijk voor het gebruik daarvan.