13 december 2012

Kan het ICCI klaarheid brengen in onderstaande situatie?

 De algemene vergadering van de VZW X heeft op 12 oktober 2012 unaniem een integratieovereenkomst tussen de VZW X en de VZW Y goedgekeurd en dit met ingang van 31 december 2012. Hierbij heeft de algemene vergadering het volgende beslist:

-          Het betreft een integratie/fusie door overneming op 31 december 2012 met boekhoudkundige retroactiviteit vanaf 1 januari 2012;

-          Er zal geen jaarrekening meer worden opgesteld door VZW X over het boekjaar 2012, aangezien alle verrichtingen die door VZW X in het boekjaar 2012 zijn gesteld en alle activa en passiva per 31 december 2012 opgenomen worden in de jaarrekening van de VZW Y.

Op 19 december 2012 om 17.00 uur zal er opnieuw een buitengewone algemene vergadering plaatsvinden, die zal beslissen over de ontbinding van de VZW en de aanstelling van twee vereffenaars.

De commissaris van de VZW X stel zich de vraag wat de gevolgen zijn van deze integratie/fusie door overneming voor zijn mandaat, meer bepaald aangaande de beslissing dat ingevolge de retroactiviteit geen jaarrekening meer zal worden opgesteld over het boekjaar 2012.

 

Alvorens de vragen te beantwoorden wil het ICCI verduidelijken dat zij, per hypothese, stelt dat de verrichting gebeurt in het kader van artikel 58 van de wet van 27 juni 1921 / artikel 13:10 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (inbreng om niet van een algemeenheid), dat verwijst naar de artikelen 670 en 770 van het Wetboek van vennootschappen / artikelen 12:1. en 12:103 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. Een fusie tussen VZW’s was tot 1 mei 2019 niet mogelijk, wel een inbreng van een algemeenheid of van een bedrijfstak. Boek 13 van het WVV voorziet in de procedure van fusies en splitsingen van verenigingen en stichtingen.

Men stelt het ICCI hierbij twee vragen, namelijk: (1) wat zijn de gevolgen van deze integratie voor uw commissarismandaat; en (2) wat dient uw positie te zijn aangaande de beslissing dat ingevolge de retroactiviteit geen jaarrekening meer zou worden opgesteld over het boekjaar 2012 van de VZW waar u commissaris bent.

Zoals men terecht vermeldt in de vraagstelling, zal de VZW die de inbreng doet, worden ontbonden en zal één of meerdere vereffenaar(s) worden benoemd door de algemene vergadering.

 

Gelet op het feit dat, volgens de vraagstelling, de integratie met ingang van 31 december 2012 plaatsvindt, lijkt het voor het ICCI onmogelijk dat de vereffening van de inbrengende VZW zou afgesloten zijn op 31 december 2012. Bijgevolg bezit deze VZW nog rechtspersoonlijkheid op die datum en moet een jaarrekening worden opgesteld, waarbij vermoedelijk zal blijken dat het vermogen van de VZW tot nul herleid zal zijn.

Het commissarismandaat blijft doorlopen tot het verstrijken van de driejaarlijkse termijn en de commissaris dient te worden bezoldigd voor de uitvoering van zijn opdracht tijdens het jaar 2012. Logischerwijze zou zijn ereloon naar de toekomst toe moeten aangepast worden aan de omvang van zijn opdracht in de ontbonden VZW.

Over de kwestie van de retroactiviteit tot 1 januari 2012 wenst het ICCI zich niet uit te spreken. Wel dient de cliënt er over te waken dat dit geen problemen zou stellen op administratief gebied, o.a. inzake erkenningen door de overheid of eventueel inzake de afhandeling van gebeurlijke geschillen die tijdens het jaar 2012 gerezen zijn. Tevens is het aangewezen om de algemene vergaderingen voor te lichten over eventuele belangrijke wijzigingen opgetreden sedert 1 januari 2012 in het vermogen van de VZW die de inbreng doet.

 

______________________________

Disclaimer: Hoewel het Informatiecentrum voor het Bedrijfsrevisoraat (ICCI) met de grootste zorgvuldigheid de ontvangen vragen behandelt en hiervoor beroep doet op personen met de vereiste bekwaamheden, wordt ten aanzien van de antwoorden geen enkele garantie geboden en draagt het geen enkele contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid voor de eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit feitelijke of juridische vergissingen die werden begaan in het kader van de verstrekte antwoorden en informatie. Het antwoord wordt alleen in de taal van de vraagsteller overgenomen. De lezer en in het algemeen de gebruiker van dit antwoord blijft als enige verantwoordelijk voor het gebruik daarvan.