2 februari 2015
De uitstelregeling voorzien in artikel 15, § 2, tweede lid van het Wetboek van vennootschappen geldt niet indien een “kleine” vennootschap wordt opgenomen in een consolidatieplichtige groep. Indien door de berekening op geconsolideerde basis meer dan één van de criteria worden overschreden, dan moet de jaarrekening van deze “kleine” vennootschap worden gecontroleerd vanaf het boekjaar waarin zij effectief deel uitmaakt van de groep die consolideert. Eindigt de controleplicht van de “kleine” vennootschap onmiddellijk indien de groep waartoe zij behoort niet langer consolidatieplichtig is?
Er is geen commissaris herbenoemd op de jaarvergadering gehouden in 2014 omdat de Nederlandse moederonderneming niet langer consolidatieplichtig zal zijn voor het boekjaar eindigend op 31 december 2014.
Overeenkomstig artikel 135, § 1 van het Wetboek van vennootschappen is de duur van het mandaat van de commissaris wettelijk vastgelegd op een hernieuwbare termijn van drie jaren. Deze termijn is tegelijk een dwingende minimum- en maximumtermijn. Het principe is dat de termijn van drie jaar loopt van de gewone algemene vergadering die de commissaris benoemt tot de gewone algemene vergadering die zich moet uitspreken over de derde jaarrekening waarover de commissaris een controleverslag moet opstellen. De drie jaarrekeningen die de commissaris moet controleren zijn deze van het boekjaar tijdens hetwelk hij benoemd wordt en de twee volgende jaarrekeningen. Na drie boekjaren verstrijkt het mandaat van de commissaris van rechtswege op de eerstvolgende gewone algemene vergadering.
Ingeval van het niet meer overschrijden van de benoemingscriteria, vermeldt Professor B. Tilleman: “Het niet meer overschrijden van de criteria wordt in het algemeen niet als een wettige grond tot ontslag gekwalificeerd. Dit geldt zowel voor het geval wanneer ten gevolge van omstandigheden eigen aan de vennootschap de criteria niet meer worden overschreden of wanneer het niet meer overschrijden van de criteria het gevolg is van de wettelijke versoepeling (inzake de berekening van de criteria). Het niet meer overschrijden van de criteria kan bijgevolg pas effect sorteren wanneer deze situatie zich handhaaft op het einde van de driejarige termijn van de commissaris. In dit geval is de vennootschap niet meer verplicht om voor het daaropvolgende boekjaar een commissaris te benoemen.” (B. Tilleman, Het statuut van de commissaris, Brugge, die Keure, 2007, p. 11 en 12, nr. 19).
In het voorgelegde geval dient te worden nagegaan of op datum van de jaarvergadering van de Belgische vennootschap, gehouden in 2014, het bestuursorgaan reeds kennis had van het feit dat de Nederlandse moedervennootschap niet langer consolidatieplichtig zou zijn voor het boekjaar 2014. Indien het bestuursorgaan reeds op de hoogte was, meent het ICCI dat er geen inbreuk werd gepleegd op vennootschapsrechtelijk vlak. In het tegenovergestelde geval diende wel een commissaris te worden (her‑)benoemd voor een nieuwe termijn van drie jaar.
______________________________
Disclaimer: Hoewel het Informatiecentrum voor het Bedrijfsrevisoraat (ICCI) met de grootste zorgvuldigheid de ontvangen vragen behandelt en hiervoor beroep doet op personen met de vereiste bekwaamheden, wordt ten aanzien van de antwoorden geen enkele garantie geboden en draagt het geen enkele contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid voor de eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit feitelijke of juridische vergissingen die werden begaan in het kader van de verstrekte antwoorden en informatie. Het antwoord wordt alleen in de taal van de vraagsteller overgenomen. De lezer en in het algemeen de gebruiker van dit antwoord blijft als enige verantwoordelijk voor het gebruik daarvan.