27 oktober 2016

Kan het ICCI melden welke normen of standaarden van toepassing zijn voor onderstaande bijzondere opdrachten?

 

Uit onderstaande teksten van het IBR en het ICCI kan men niet afleiden of de International Standards on Review Engagement (ISRE) al dan niet dienen te worden toegepast op onze meest voorkomende eenmalige opdrachten.


1)   De norm inzake de toepassing van de ISA’s in België van 10 november 2010 vermeldt:

“1. De bedrijfsrevisoren zullen overgaan tot de controle van alle financiële overzichten (audit) en van het beperkt nazicht van de financiële informatie overeenkomstig respectievelijk de International Standards on Auditing (ISA's) en International Standards on Review Engagement (ISRE's), zoals op 15 december 2008 aangenomen door de International Auditing and Assurance Standards Board en voor zover deze normen vertaald werden in de van toepassing zijnde nationale taal, te weten: ISA 200 tot ISA 810 alsmede ISRE 2400 en ISRE 2410”


2)   De FAQ I A 2 van het ICCI van 18/6/2015 vermeldt:

“In de mate dat de wet, dan wel de specifieke norm voor de beroepsuitoefening van het IBR, het uitvoeren van werkzaamheden met de aard van een audit of een beoordeling vergt, kan de bedrijfsrevisor bepaalde aspecten van deze internationale standaarden als nuttig ervaren voor de uitvoering van de bijzondere opdracht.”


3)   De omzendbrief 2015/04 van 31/3/2015 vermeldt enerzijds dat de ISA’s en ISRE’s toegepast te worden voor de controle van de financiële overzichten en voor het beperkt nazicht van de financiële informatie van alle entiteiten.

En verder, dat de Algemene controlenormen van toepassing blijven, voor zover relevant, voor de andere opdrachten dan die worden beoogd door de ISA’s. En tenslotte in de voorlaatste alinea … kan de bedrijfsrevisor bepaalde aspecten van deze internationale standaarden als nuttig ervaren voor de uitvoering van de bijzondere opdrachten.


4)  De omzendbrief 2016/03 vermeldt:

“Voor een aantal bijzondere opdrachten werden specifieke normen ontwikkeld. Deze blijven onverkort gelden, ongeacht de invoering van de ISA’s en de ISRE’s. De Raad van het IBR wil de aandacht vestigen op het feit dat indien de uitvoering van de bijzondere opdracht een audit of een beoordeling (“beperkte controle”) vergt, hetzij expliciet hetzij impliciet, dit zal dienen te gebeuren conform de ISA’s of de ISRE’s.”


5)  Het tijdschrift “Accountancy en Tax” Nr. 3/2016 van het IAB vermeldt op bladzijde 27:

“Hoewel de Internationale standaarden nog niet van toepassing zijn op de bijzondere opdrachten in het kader van het wetboek van vennootschappen, …”

Opdracht W. venn.

Bestaande normen

ISRE 2400

ISRE 2410

ISA’s

181

Ontbinding

Ontbinding

219/395/444

IIN en QI

IIN en QI

220/396/445

IIN en QI

IIN en QI

287/413/559

Doelwijziging

Omzendbrief 2016/03

313/423/602

IIN bij kapitaalverhoging

IIN en QI

582

Aandelen beneden fractiewaarde

596

Beperking voorkeurrecht

618

Interimdividend

Omzendbrief 2016/03

777

Omzetting

Omzetting

695 …731…

Fusie en splitsing

Uiteraard is men ook vragende partij naar de toe te passen normen en standaarden op andere opdrachten zoals: stock option plan, werknemersparticipatie, Val-i-pac, faillissementsbalans, WCO en andere.


Het ICCI heeft de vraag voorgelegd aan het wetenschappelijk secretariaat van de werkgroep Bijzondere Opdrachten van het IBR, teneinde de huidige stand van zaken hieromtrent te kunnen meedelen.

 

De werkgroep Bijzondere Opdrachten van het IBR is bezig met het bepalen van welke internationale standaarden precies van toepassing zijn op welke eenmalige opdrachten. De IBR-omzendbrief 2016/03 van 5 februari 2016 “Toepassing van de ISA’s en de ISRE’s en praktische nota’s met betrekking tot de uitvoering van bepaalde bijzondere opdrachten voorzien door het Wetboek van vennootschappen” [1] stelt duidelijk op pagina 2 en 3 dat als de uitvoering van de opdracht een audit vergt, de bedrijfsrevisor de ISA’s moet toepassen en dat als het gaat om een beoordelingsopdracht (“beperkte controle”), hij de ISRE’s moet toepassen. Met andere woorden, het is het type opdracht dat bepaalt welke internationale standaarden van toepassing zijn en welke verklaring de bedrijfsrevisor moet uitbrengen. Daarenboven zijn er, voor bepaalde opdrachten, de bijzondere normen, die van toepassing blijven, en die de toepassing van de ISA’s of de ISRE’s in se niet uitsluiten.

 

Vervolgens wenst het ICCI de aandacht te vestigen op het feit dat voormelde IBR-omzendbrief 2016/03 als bijlage twee praktische nota’s heeft, de ene omtrent de beoordeling in het kader van een interimdividend, de andere omtrent de beoordeling in het kader van een wijziging van het maatschappelijk doel in de NV, de BVBA, de CVBA en de Comm. VA (art. 287, 413 en 559 W. Venn.). Daar gaat het inderdaad om een ISRE 2410-opdracht.

 

Het ICCI stelt vast dat FAQ I.A.2 van het ICCI van 18 juni 2015 niet up to date is. Deze bevat nog de bewoording uit de eerste IBR-omzendbrief, die is verduidelijkt door voormelde IBR-omzendbrief 2016/03. Dat moet dus worden verbeterd.

 

Voor het IAB zijn de internationale standaarden nog op geen enkele opdracht van toepassing. Dit zorgt voor een discrepantie tussen de bedrijfsrevisor en de externe accountant. Wij kunnen ons echter niet uitspreken over hetgeen het IAB schrijft in het door hem uitgegeven tijdschrift Accountancy & Tax.

 

Tot slot vermeldt het wetenschappelijk secretariaat van de werkgroep Bijzondere Opdrachten van het IBR nog dat Val-i-Pac een opdracht is conform ISRS 4400 – dat was zo in het verleden, en dat is niet veranderd – alsmede dat er een aanbeveling bestaat omtrent de WCO-opdrachten die uiteenzet hoe deze dienen te worden uitgevoerd [2].

 



[1] Deze IBR-omzendbrief 2016/03 is integraal raadpleegbaar op de website: https://www.ibr-ire.be/nl/regelgeving/rechtsleer/omzendbrieven/Pages/Omzendbrief-2016-03.aspx.

[2] Cf. Interinstitutenaanbeveling inzake de opdrachten voor de bedrijfsrevisor, de externe accountant, de externe belastingconsulent, de externe erkende boekhouder of de externe erkende boekhouder-fiscalist in het kader van artikel 10, vijfde lid, artikel 12, § 1, vijfde lid, en artikel 17, § 2, 5° en 6° van de wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen. Deze aanbeveling is integraal raadpleegbaar op de website: https://www.ibr-ire.be/nl/regelgeving/normen_en_aanbevelingen/aanbevelingen/Pages/Interinstitutenaanbeveling-WCO.aspx. Deze aanbeveling werd aangenomen door de Raad van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren op 26 februari 2016 en werd goedgekeurd door de Hoge Raad voor de Economische Beroepen op 16 maart 2016 door de minister bevoegd voor Economie op 30 mei 2016. Ze is van toepassing voor wat de bedrijfsrevisoren betreft, vanaf de datum van publicatie van het bericht tot goedkeuring door de minister van Economie in het Belgisch Staatsblad, hetzij 8 juni 2016.

______________________________

Disclaimer: Hoewel het Informatiecentrum voor het Bedrijfsrevisoraat (ICCI) met de grootste zorgvuldigheid de ontvangen vragen behandelt en hiervoor beroep doet op personen met de vereiste bekwaamheden, wordt ten aanzien van de antwoorden geen enkele garantie geboden en draagt het geen enkele contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid voor de eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit feitelijke of juridische vergissingen die werden begaan in het kader van de verstrekte antwoorden en informatie. Het antwoord wordt alleen in de taal van de vraagsteller overgenomen. De lezer en in het algemeen de gebruiker van dit antwoord blijft als enige verantwoordelijk voor het gebruik daarvan.