6 oktober 2008
Hoe moet de grootte van een BVBA / BV worden beoordeeld die met een vzw is verbonden?
Artikel 15, § 6 van het Wetboek van vennootschappen / artikel 1:24, § 6 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen is van toepassing op een vennootschap die “verbonden is met één of meer andere vennootschappen in de zin van artikel 11”. Dit artikel is niet van toepassing op vzw’s en derhalve moeten de criteria die de grootte van de BVBA / BV definiëren, worden bepaald zonder rekening te houden met bedoelde vzw.
Uit de vraagstelling is het niet mogelijk op te maken of de betrokken BVBA / BV nog verbonden is met andere vennootschappen, waardoor zij op geconsolideerde basis mogelijks toch zou dienen te worden beschouwd als zijnde een grote vennootschap.
______________________________
Disclaimer: Hoewel het Informatiecentrum voor het Bedrijfsrevisoraat (ICCI) met de grootste zorgvuldigheid de ontvangen vragen behandelt en hiervoor beroep doet op personen met de vereiste bekwaamheden, wordt ten aanzien van de antwoorden geen enkele garantie geboden en draagt het geen enkele contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid voor de eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit feitelijke of juridische vergissingen die werden begaan in het kader van de verstrekte antwoorden en informatie. Het antwoord wordt alleen in de taal van de vraagsteller overgenomen. De lezer en in het algemeen de gebruiker van dit antwoord blijft als enige verantwoordelijk voor het gebruik daarvan.