23 april 2009

Moeten alle oprichters van een vennootschap de aanstelling van de bedrijfsrevisor vragen of is het enkel de inbrenger die de inbreng in natura doet?

 

Artikel 444, § 1, eerste lid van het Wetboek van vennootschappen / artikel 7:7, § 1, tweede lid van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen bepaalt:

In geval van een inbreng in natura, wordt vóór de oprichting van de vennootschap een bedrijfsrevisor aangewezen door de oprichters.” /

De bedrijfsrevisor maakt een verslag op waarin hij de door de oprichters gegeven beschrijving van elke inbreng in natura, de toegepaste waardering en de daartoe aangewende waarderingsmethodes onderzoekt.”.

 

Dit artikel maakt geen verschil tussen de oprichters die een inbreng in natura doen en de andere oprichters. Bijgevolg is het ICCI van oordeel dat overeenkomstig dit artikel alle oprichters gezamenlijk de bedrijfsrevisor moeten aanduiden, ongeacht het feit dat alleen één van de vier oprichters een inbreng in natura doet.

______________________________

Disclaimer: Hoewel het Informatiecentrum voor het Bedrijfsrevisoraat (ICCI) met de grootste zorgvuldigheid de ontvangen vragen behandelt en hiervoor beroep doet op personen met de vereiste bekwaamheden, wordt ten aanzien van de antwoorden geen enkele garantie geboden en draagt het geen enkele contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid voor de eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit feitelijke of juridische vergissingen die werden begaan in het kader van de verstrekte antwoorden en informatie. Het antwoord wordt alleen in de taal van de vraagsteller overgenomen. De lezer en in het algemeen de gebruiker van dit antwoord blijft als enige verantwoordelijk voor het gebruik daarvan.