26 december 2017
Welke vorm/inhoud moet het controleverslag hebben in het kader van artikel 194 van het Wetboek van vennootschappen / artikel 2:100 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, rekening houdend met de hieronder vermelde info?
Na afloop van de vereffening en ten minste één maand voor de algemene vergadering, leggen de vereffenaars op de zetel van de vennootschap de rekeningen neer, samen met de stukken tot staving. Deze documenten worden gecontroleerd door de commissaris. Bij ontstentenis van een commissaris beschikken de vennoten over een individueel onderzoeksrecht, waarbij zij zich kunnen laten bijstaan door een bedrijfsrevisor of een externe accountant.
In voorkomend geval aanhoort de algemene vergadering het verslag van de commissaris en beslist over de kwijting.
1. Artikel 194, eerste lid van het Wetboek van vennootschappen / artikel 2:100, eerste lid van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen bepaalt:
“Na afloop van de vereffening en ten minste één maand voor de algemene vergadering, leggen de vereffenaars op de zetel van de vennootschap de rekeningen neer, samen met de stukken tot staving. Deze documenten worden gecontroleerd door de commissaris. Bij ontstentenis van een commissaris, beschikken de vennoten over een individueel onderzoeksrecht, waarbij zij zich kunnen laten bijstaan door een bedrijfsrevisor of een externe accountant.”. /
“Bij de beëindiging van de vereffening en ten minste één maand voor de algemene vergadering, legt de vereffenaar op de zetel van de vennootschap een cijfermatig verslag over de vereffening neer, houdende de vereffeningsrekeningen samen met de stukken tot staving. Het verslag bevat in voorkomend geval de informatie over de teruggave van de inbrengen en de uitkering van een eventueel vereffeningssaldo aan de aandeelhouders of vennoten. Deze documenten worden gecontroleerd door de commissaris. Als er geen commissaris is, beschikken de vennoten of aandeelhouders over een individueel onderzoeksrecht, waarbij zij zich kunnen laten bijstaan door een bedrijfsrevisor of een externe accountant. Aan de termijn van één maand kan slechts worden verzaakt met instemming van alle vennoten of aandeelhouders en houders van stemrechtverlenende effecten, hetzij individueel voorafgaandelijk aan de vergadering waarop tot sluiting wordt beslist, hetzij gezamenlijk ter gelegenheid van deze vergadering voorafgaandelijk aan de behandeling van enig ander agendapunt.”.
2. Binnen de rechtsleer [1] wordt doorgaans aangenomen dat “deze documenten”, die door de vereffenaars dienen te worden verstrekt en dienen te worden gecontroleerd door de commissaris in het kader van artikel 194, eerste lid van het Wetboek van vennootschappen / artikel 2:100, eerste lid van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, volgende informatie dient te bevatten [2]:
̶ een beschrijving van het actief en het passief van de vennootschap bij de aanvang van de vereffening;
̶ een overzicht van de wijze waarop (openbaar of onderhands, verkoop als een geheel of stuk per stuk) en de voorwaarden waartegen (prijs) de verschillende actiefbestanddelen van de vennootschap werden gerealiseerd, met vermelding van de eventuele machtigingen door de algemene vergadering;
̶ welke activa het voorwerp waren van een zakelijk zekerheidsrecht of een bijzonder voorrecht, en of de netto-opbrengst van deze activa volstond om de betrokken schuld(en) volledig terug te betalen;
̶ een opsomming van de schulden van de boedel, die bij voorrang op de schulden in de boedel moeten worden betaald;
̶ een aanduiding of de schulden in de vereffeningsboedel werden betaald;
̶ indien het een deficitaire vereffening betreft, een vermelding van de rangorde van de verschillende schulden in de boedel vermelden, evenals het uitbetaalde dividend. Wanneer het actief het passief daarentegen overtreft, een vermelding van het vereffeningssaldo en een voorstel van verdeling tussen de aandeelhouders; en
̶ de vereffeningsrekeningen en de stavingstukken die alle in het verslag van de vereffenaar vermelde transacties omvatten en alle boeken waarvan het houden verplicht is, evenals de hulpboeken, bankuittreksels, facturen en andere.
3. Er bestaat geen specifiek model van controleverslag in het kader van de opdracht voorzien in artikel 194 van het Wetboek van vennootschappen / artikel 2:100 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, zodat de vorm en de inhoud van dit controleverslag niet vaststaan. Deze opdracht wordt echter in de rechtsleer als volgt besproken door C. Berckmans in de publicatie De vereffeningsprocedure, Mechelen, Wolters Kluwer Belgium, 2014, p. 702, nr. 831 [3]:
“De opdracht van de commissaris moet dus ruimer worden geïnterpreteerd dan de minimalistische invulling die artikel 194 W. Venn. [/ artikel 2:100WVV]. eraan lijkt te geven.
Aldus strekt de controle-opdracht van de commissaris zich onder meer uit tot het nazicht of alle actiefbestanddelen werden gerealiseerd, of daar ontvangsten tegenover staan, of de uitgaven gedurende de vereffening correct worden weergegeven, of de verrichtingen van de vereffenaar gestaafd worden door verantwoordingsstukken, of er geen latente schulden zijn, enzovoort.”.
4. Bij gebrek aan een model van revisoraal verslag voor dit type van opdracht, is het ICCI van oordeel dat er een normatieve “vrijheid” is om het verslag op te stellen. De conclusie van het verslag kan – bij wijze van voorbeeld – als volgt worden geformuleerd:
“Op basis van onze controlewerkzaamheden van de vereffeningsrekeningen, zijn we van mening dat de informatie opgenomen in het verslag van de vereffenaar over het gebruik van de waarden van de vennootschap betrouwbaar is en voldoende om de algemene vergadering, aangewezen om te beslissen over de sluiting van vereffening, in te lichten.”.
5. De verantwoordelijkheid van de commissaris kan als volgt worden beschreven in het verslag:
“Het is onze verantwoordelijkheid als commissaris [bedrijfsrevisor] het verslag, de rekeningen en de stukken tot staving opgesteld door de vereffenaar[s] te controleren, en verslag uit te brengen over de vraag of de informatie voldoende is om de algemene vergadering die moet beslissen over de sluiting van de vereffening in te lichten. Onze werkzaamheden zullen worden uitgevoerd overeenkomstig met de in België van toepassing zijnde wettelijke bepalingen en de beroepsnormen zoals uitgevaardigd door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, waar van toepassing.”.
6. Daarenboven dient inzake de verslaggeving van de commissaris volgens het ICCI ook rekening te worden gehouden met:
̶ het feit dat er op regelmatige tijdstippen door de vereffenaar een verslag is opgesteld (periodieke rapportering) [4]; en
̶ het feit dat de commissaris ieder jaar toch ook een verslag over de jaarrekening heeft opgemaakt [5].
7. Ten slotte wenst het ICCI te wijzen op het feit dat artikel190, § 1 van het Wetboek van vennootschappen / artikel 2:97, § 1 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen vereist dat de vereffenaar het plan voor de verdeling van de activa neerlegt bij de ondernemingsrechtbank. De commissaris dient zich te vergewissen van de beslissing van de rechtbank ([6]).
[1] Cf. M. Lemal, Manuel de la liquidation des sociétés commerciales, Waterloo, Wolters Kluwer Belgium, 2013, p. 537-538, n° 790; P. Jehasse, Manuel de la liquidation, Mechelen, Wolters Kluwer Belgium, 2004, p. 407-408, n° 853; C. Piette, E. De Bie en M. Corynen, “Art. 194 W. Venn.”, Vennootschappen en verenigingen. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Antwerpen, Kluwer, 2000, p. 10, nr. 10, voetnoot 2; L. Frédéricq, Traité de droit commercial belge, t. IV, Les sociétés commerciales en droit belge, Gand, Fecheyr, 1950, p. 1053, n° 753.
Cf. C. Berckmans, De vereffeningsprocedure, Mechelen, Wolters Kluwer Belgium, 2014, p. 699-703, nrs. 826-833 voor een nuttig recent Nederlandstalig naslagwerk over de vereffening, en meer in het bijzonder eveneens de sluiting van de vereffening.
[2] Gelieve hierbij op te merken dat de wetgever bij de codificatie van het Wetboek van vennootschappen enkel in de Nederlandse tekst van artikel 194, eerste lid W. Venn. heeft weggelaten dat de vereffenaar eveneens een ‘verslag over het gebruik van de waarden van de vennootschap’ dient neer te leggen die volledig en gedetailleerd moet zijn. Daarentegen staat nog steeds te lezen in de Franse versie van art. 194, eerste lid W. Venn.: « (…) les liquidateurs déposent un rapport sur l'emploi des valeurs sociales au siège de la société et soumettent les comptes et pièces à l'appui. ». Aangezien de Memorie van Toelichting bij de Wet 7 mei 1999 (Parl. St. Kamer 1998-99, nr. 1838/1) hierover niks vermeldt, gaan wij ervan uit dat de wetgever nog steeds vereist dat een ‘verslag over het gebruik van de waarden van de vennootschap’ wordt neergelegd samen met de rekeningen en de stukken tot staving, die dienen te worden gecontroleerde door de commissaris. Bij de invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen is deze bepaling voortaan weergegeven en verduidelijkt in artikel 2:100, eerste lid WVV en luidt deze passage voortaan als volgt: “Bij de beëindiging van de vereffening en ten minste één maand voor de algemene vergadering, legt de vereffenaar op de zetel van de vennootschap een cijfermatig verslag over de vereffening neer, houdende de vereffeningsrekeningen samen met de stukken tot staving. Het verslag bevat in voorkomend geval de informatie over de teruggave van de inbrengen en de uitkering van een eventueel vereffeningssaldo aan de aandeelhouders of vennoten.”. Er wordt derhalve duidelijk dat de wetgever vereist dat dit ‘cijfermatig verslag over de vereffening’ de informatie over de teruggave van de inbrengen en de uitkering van een eventueel vereffeningssaldo aan de aandeelhouders of vennoten dient te bevatten.
[3] In de rechtsleer werd ook dieper ingegaan op deze opdracht door de auteur M. Lemal in de publicatie Manuel de la liquidation des sociétés commerciales, Waterloo, Wolters Kluwer Belgium, 2013, p. 537-538, n° 790 die onder meer het volgende aanhaalt: « Au terme de leur mission de contrôle, le commissaire ou les associés établissent un rapport sur la manière dont le liquidateur a effectué sa mission, dans lequel ils mentionneront les manquements et inexactitudes éventuels qu’ils auront constatés. ».
[4] Cf. Art. 193 W. Venn. / art. 2:99 WVV; T. Baart en S. Roemers, “Bedenkingen bij de sluiting van de vereffening van een (deficitaire) vereffening. De rol van de aandeelhouders, de vereffenaar en de commissaris bij de sluiting van de (deficitaire) vereffening”, TRV 2005,
afl. 5, p. 288; G. Bats, “De commissaris tijdens de duur en bij sluiting van de vereffening”, Acc. Bedr. (M) 2002, afl. 4, p. 16.
[5] Cf. IBR, Jaarverslag, 2001, p. 115; IBR, Vademecum Deel I: Rechtsleer, 2009, Antwerpen, Standaard Uitgeverij, p. 598.
[6] Cf. ICCI-advies van 10 april 2012: https://www.icci.be/fr/avis/avis-detail-page/la-mission-du-commissaire-en-vertu-de-l-article-194-du-code-des-soci-t-s.
______________________________
Disclaimer: Hoewel het Informatiecentrum voor het Bedrijfsrevisoraat (ICCI) met de grootste zorgvuldigheid de ontvangen vragen behandelt en hiervoor beroep doet op personen met de vereiste bekwaamheden, wordt ten aanzien van de antwoorden geen enkele garantie geboden en draagt het geen enkele contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid voor de eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit feitelijke of juridische vergissingen die werden begaan in het kader van de verstrekte antwoorden en informatie. Het antwoord wordt alleen in de taal van de vraagsteller overgenomen. De lezer en in het algemeen de gebruiker van dit antwoord blijft als enige verantwoordelijk voor het gebruik daarvan.