4 februari 2022

Is het verplicht om positieve consolidatieverschillen af te schrijven of is het mogelijk om binnen BE GAAP af te wijken van het boeken van afschrijvingen en over te stappen op een jaarlijkse impairment toetsing conform IFRS?

 

  1. De volgende situatie wordt beschreven:

 

Binnen een door ons geauditeerde groep werd een nieuwe topholding opgericht. De herstructurering kaderde binnen het wijzigen van de controle van de groep bovenaan en de prijs die werd betaald kan beschouwd worden als een prijs tussen onafhankelijke partijen. De prijs werd bepaald aan de hand van de multiple methode.

De groep legt geconsolideerde cijfers neer volgens BE GAAP. Het bestuursorgaan is van oordeel dat gezien de sterke resultaten van de groep (en de stijgende tendens), de waarde van de groep toeneemt en dat er geen of beperkte afwaardering vereist is van het positieve consolidatieverschil.

 

Is het verplicht om de positieve consolidatieverschillen af te schrijven of is het mogelijk om binnen BE GAAP af te wijken van het boeken van afschrijvingen en over te stappen op een jaarlijkse impairment toetsing, conform het principe volgens IFRS?

 

Indien niet mogelijk, kan er dan van voorzichtigheid gesproken worden indien men de afschrijvingen wenst te spreiden over vb. 50 jaar? Het lijkt ons namelijk ook heel moeilijk te onderbouwen dat over dergelijke periode wordt afgeschreven.”

 

  1. Om de eerste vraag te beantwoorden, verwijst het ICCI  naar artikel 3:131 van het koninklijk besluit van 29 april 2019 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (hierna “KB/WVV”), dat het volgende bepaalt:

     

    § 1. De in artikel 3:130, tweede lid, bedoelde positieve consolidatieverschillen worden afgeschreven ten laste van de geconsolideerde resultatenrekening, volgens een passend afschrijvingsplan dat overeenstemt met de vermoedelijke gebruiksduur van dit actief. Indien hun afschrijving wordt gespreid over meer dan vijf jaar, moet zulks worden gemotiveerd in de toelichting.

      Op deze verschillen worden aanvullende of niet-recurrente afschrijvingen toegepast wanneer het, ingevolge wijzigingen in de economische omstandigheden, niet langer economisch verantwoord is ze tegen die waarde te handhaven in de geconsolideerde balans.

      Deze afschrijvingen worden in de resultatenrekening geboekt in een afzonderlijke post van de bedrijfskosten of van de financiële kosten.

      § 2. Negatieve consolidatieverschillen mogen niet in de geconsolideerde resultatenrekening worden opgenomen. Wanneer evenwel het negatieve consolidatieverschil te verklaren valt uit een op de overeenkomstig artikel 3:129 bepaalde datum verwachte ongunstige ontwikkeling van de resultaten van de betrokken dochteronderneming of uit kosten die deze dochteronderneming naar verwachting zal veroorzaken, wordt het in de geconsolideerde resultatenrekening opgenomen voor zover en op het ogenblik dat deze vooruitzichten werkelijkheid worden.”

     

    Het ICCI is derhalve van mening dat het consolidatieverschil, volgens BE GAAP, dient te worden afgeschreven. De beslissing inzake de afschrijvingstermijn valt onder de verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan. Het KB/WVV voorziet geen maximumtermijn en stelt (enkel) een verplichte motivering in de toelichting wanneer de spreiding van de afschrijvingstermijn vijf jaren overschrijdt. De commissaris zal deze motivering dienen te beoordelen. Het ICCI, kan hierover geen uitspraak doen.

     

  2. Wat de vraag over de toepassing van de IFRS betreft, vestigt het ICCI de aandacht op artikel 3:104, §§1 en 2, eerste en tweede lid van het KB/WVV, dat het volgende bepaalt:

     

    § 1. De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld overeenkomstig de bepalingen van deze titel.

      § 2. Het bestuursorgaan van elke consoliderende vennootschap kan echter de beslissing nemen om de geconsolideerde jaarrekening op te stellen met toepassing van het geheel van de internationale boekhoudnormen bepaald door de International Accounting Standards Board en die, op de datum van de afsluiting van de balans werden aangenomen door de Europese Commissie met toepassing van het artikel 3 van de Verordening 1606/2002/EG van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor de jaarrekeningen.

      Dergelijke beslissing is onherroepbaar.”

     

     

    Volledigheidshalve kan het ICCI tevens stellen dat het evenmin mogelijk is om een specifieke waarderingsregel onder IFRS, toe te passen in een set van waarderingsregels die zijn opgesteld conform BE_GAAP wanneer deze specifieke IFRS-waarderingsregel, indruist tegen  de regels conform dit Belgisch boekhoudkundig referentiestelsel.

     

     

    Gelet op het voorgaande, is het ICCI van oordeel dat een specifieke toepassing van de IFRS, in casu het niet afschrijven van consolidatiegoodwill, niet mogelijk is.

______________________________

Disclaimer: Hoewel het Informatiecentrum voor het Bedrijfsrevisoraat (ICCI) met de grootste zorgvuldigheid de ontvangen vragen behandelt en hiervoor beroep doet op personen met de vereiste bekwaamheden, wordt ten aanzien van de antwoorden geen enkele garantie geboden en draagt het geen enkele contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid voor de eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit feitelijke of juridische vergissingen die werden begaan in het kader van de verstrekte antwoorden en informatie. Het antwoord wordt alleen in de taal van de vraagsteller overgenomen. De lezer en in het algemeen de gebruiker van dit antwoord blijft als enige verantwoordelijk voor het gebruik daarvan.